De TCM vindt haar wortels in het daoïsme (soms ook als taoïsme geschreven). Een filosofie die uitgaat van de samenhang en de balans tussen mens en omgeving op elk denkbaar niveau. De verbindende factor is het concept/begrip “Qi”. Qi is de allesomvattende levensenergie en de oorsprong van al het leven.

Qi manifesteert zich in de veranderingen van Yin en Yang. En het concept Qi (of ook wel vertaald als energie) is de basis van TCM. Energie die in het universum en de natuur zorgt voor de seizoenen, het klimaat, eb en vloed, dag en nacht. En dezelfde energie die in de mens zorgt voor onze warmtehuishouding, onze immuniteit, voor onze spijsvertering, het kunnen uiten van emoties en het ontplooien van talenten, kortom alles wat hem tot een levend wezen maken. Deze energie maakt ons onlosmakelijk verbonden met de wereld om ons heen. Normaal gesproken zijn al die vormen van Qi in de mens en zijn omgeving, met elkaar in evenwicht ofwel de mens is gezond. Ziekte is, simpel gezegd, een verstoring van deze natuurlijke balans. In die gevallen waarin een lichaam niet in staat is zelfstandig dit evenwicht te herstellen, kan TCM uitkomst bieden.